Voortzetting vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden runderdrijfmest
Geachte Voorzitter,
Zoals ik de Tweede Kamer heb gemeld in het commissiedebat van 1 juni 2023 en aansluitend in mijn brief van 27 oktober 2023 (Kamerstuk 33037, nr. 520), ben ik voornemens om de Vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden runderdrijfmest 2019-2023 te verlengen. Ik heb in mijn brief daarbij aangegeven dat het nader onderzoek vergt om te bepalen hoe een verlenging onder de Omgevingswet geregeld kan worden.
Onder de Omgevingswet is het op dit moment voor mij niet mogelijk om een vrijstellingsregeling te treffen. De mogelijkheid om runderdrijfmest bovengrond aan te wenden zal gerealiseerd moeten worden via een aanpassing van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Een wijziging van het Bal, een algemene maatregel van bestuur, kost veel tijd en kan niet worden gerealiseerd voor de start van het uitrijdseizoen van het jaar 2024. Daarom zal in het jaar 2024 het bovengronds aanwenden van runderdrijfmest worden gedoogd indien de landbouwer:
– voldoet aan alle voorwaarden en voorschriften van de Vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden runderdrijfmest 2019-2023; en
– zich tussen 1 februari en 29 februari 2024 meldt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
In het commissiedebat heb ik aangegeven dat ik in ieder geval een jaar verlenging voor mij zag. Ik ben echter van mening dat een verlenging van twee jaar opportuun is. Dit vanwege het onderzoek dat momenteel loopt naar de bredere effecten van het onder voorwaarden bovengronds aanwenden van runderdrijfmest, waarvan de resultaten in 2025 worden verwacht. Het is daarmee aan mijn opvolger om, op basis van die resultaten, te besluiten over een eventuele verdere verlenging.
Piet Adema
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Februari 2022: extra informatie Vrijstelling Bovengronds Mest Uitrijden Netwerk GRONDig
Vrijstelling bovengronds dit jaar en vorig jaar derogatie gehad. Wat nu?
Beste donateurs en leden van aangesloten organisaties,
Op de valreep kreeg Netwerk GRONDig enkele vragen van collega-melkveehouders over een voorwaarde bij het aanvragen van de Vrijstelling bovengronds aanwenden van mest, namelijk: als je vorig jaar hebt meegedaan aan derogatie, mag je in 2022 niet mee doen met Vrijstelling.
GRONDig heeft hier contact over opgenomen met RVO afgelopen maandag, omdat wij die voorwaarde heel vreemd vonden. Bekend was dat je niet meer kan aan derogatie tegelijkertijd in dat jaar met de vrijstelling bovengronds. Die keuze moet een melkveehouder elk jaar zelf kunnen maken.
Uiteindelijk heeft RVO toegegeven dat die voorwaarde zo niet omschreven had moeten zijn. Ze erkennen dat een boer inderdaad elk jaar moet kunnen kiezen.
Echter, het is vandaag 2 februari. De aanmelding voor Bovengronds is gesloten, want die liep tot 1 februari.
Mochten er onder jullie nog zijn die de Vrijstelling willen (omdat dus de voorwaarde: vorige jaar geen derogatie gehad) is vervallen.
Neem dan telefonisch contact op met RVO vandaag of morgen. Zij zijn bereid je alsnog de Vrijstelling te verlenen.
Hieronder de bevestiging van RVO
vriendelijke groet,
Diana Saaman.
Geachte mevrouw Saaman,
U heeft vandaag antwoord van ons gekregen op uw vraag over de voorwaarden voor bovengronds mest uitrijden. Op onze website staat het volgende: ‘Voor bovengronds uitrijden houdt u zich 2 jaar aan de voorwaarden. Het gaat om het jaar waarin u zich aanmeldt en het jaar daarvoor.’
Sinds vorig jaar is de regel ingegaan dat bovengronds mest uitrijden niet in combinatie mag met derogatie. U vraagt hoe landbouwers zich kunnen houden aan de regel die niet eens voor 2 jaar geldt. U wilt het antwoord ook graag per e-mail ontvangen. Graag bevestig ik in deze e-mail het antwoord op uw vraag.
Voorwaarde bovengronds mest uitrijden
De voorwaarde dat landbouwers niet mee mogen doen met zowel derogatie en de vrijstellingsregeling bovengronds uitrijden geldt alleen voor het desbetreffende kalenderjaar en niet voor deelname aan derogatie in het jaar ervoor. Ze kunnen dus vorig jaar mee hebben gedaan met derogatie en dit jaar met de vrijstellingsregeling bovengronds mest uitrijden. Dit staat niet goed op de website. We hebben gevraagd de website hierop aan te passen.
Meer informatie
Heeft u verder nog vragen? Kijk op onze website of neem telefonisch contact met ons op. U kunt ook het contactformulier of de chat op onze website gebruiken.
Met vriendelijke groet,
……………………………………
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Mandemaat 3 | 9405 TG Assen
Postbus 40225 | 8004 DE Zwolle
……………………………………
T telefoon 088 042 42 42 (lokaal tarief)
www.rvo.nl
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) stimuleert Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen.
Voorwaarden bovengronds mest uitrijden
Zie onderstaande link: https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mest/gebruiken-en-uitrijden/hoe-mest-uitrijden/mest-bovengronds-uitrijden Gewijzigd op: 02-02-2021
Heeft u drijfmest van runderen met diercategorie 100, 101, 102, 104 en 120 en is deze mest op uw eigen bedrijf geproduceerd? Als u deze mest uitrijdt op grasland van uw eigen bedrijf, dan is er een vrijstelling bovengronds uitrijden. Aanmelden kan nu niet. Dit kan van 1 januari tot en met 1 februari.
Voorwaarden voor deze regeling
- Voor bovengronds uitrijden houdt u zich 2 jaar aan de voorwaarden. Het gaat om het jaar waarin u zich aanmeldt en het jaar daarvoor. Vanaf 2021 is er één nieuwe voorwaarde. Meldt u zich in 2021 aan? Dan hoeft u zich alleen in dat jaar aan deze nieuwe voorwaarde te houden.
Nieuwe voorwaarde vanaf 2021
U maakt geen gebruik van derogatie. U kiest dus zelf of u meedoet aan derogatie of aan bovengronds uitrijden.
Voorwaarden vanaf 2019
• De runderdrijfmest is op uw eigen bedrijf geproduceerd.
• U voert geen dierlijke mest aan om uw grasland te bemesten.
• Runderdrijfmest rijdt u uit op grasland dat bij uw bedrijf hoort. De mest mag u niet binnen 2 meter van een watergang uitrijden.
• Voor de bemesting van bouwland op uw bedrijf gebruikt u alleen runderdrijfmest of vaste rundermest.
• In elk geval 85% van de oppervlakte landbouwgrond van het bedrijf is grasland.
• U rijdt van kunstmest niet meer dan 100 kilogram stikstof per hectare grasland uit op uw bedrijf.
• Het stikstofoverschot op uw bedrijf is maximaal 100 kilogram stikstof per hectare. Dit is berekend volgens het principe van een stikstofbalans op bedrijfsniveau.
• De droogstaande koeien met (diercategorie 100) op uw bedrijf zijn dag en nacht in de wei. In elk geval in de periode van 1 mei tot en met 30 september tot minimaal 3 weken voor de verwachte afkalfdatum.
• De runderen (met diercategorie 102 en 120) op uw bedrijf zijn minimaal 150 dagen dag en nacht in de wei. In elk geval in de periode van 15 maart tot en met 30 november.
• De runderen (met diercategorie 101) op uw bedrijf met een leeftijd van 6 maanden of ouder zijn in de periode van 1 juni tot en met 31 augustus dag en nacht in de wei.
• U houdt een kalender bij waarop u per dag bijhoudt hoeveel runderen per diercategorie in de wei zijn en hoeveel uren. Deze weidegangkalender mag niet meer dan 1 week achterlopen.
• Runderen hoeven niet de wei in op dagen dat zij ziek zijn.
Melk- en kalfkoeien
Heeft u op uw bedrijf melk- en kalfkoeien (diercategorie 100)? Dan houdt u zich ook aan deze voorwaarden:
• De melk- en kalfkoeien op uw bedrijf worden vanaf 2 weken na de kalfdatum geweid. In de periode van 15 maart tot en met 30 november zijn zij in elk geval 150 dagen en 6 uur per dag in de wei.
• Kunt u de mest die u op uw bedrijf produceert niet volledig plaatsen op uw eigen bedrijf? Dan mag de melkproductie van uw bedrijf niet hoger zijn dan 14.000 kilogram per hectare.
• In 2 periodes is het gemiddelde gewogen ureumgetal van melk die u op uw bedrijf produceert lager dan 21 milligram per 100 gram melk. Het gemiddelde moet lager zijn in beide periodes: van 1 januari tot en met 31 maart en van 1 december tot en met 31 december.