Door Erik Jansen
(afgestudeerd als agrarisch milieukundig ingenieur. Hij heeft 30 jaar als milieu-specialist bij de overheid gewerkt)
In april 2020 heb ik in een blad geschreven over de afname van weidevogels. In het artikel heb ik de leden van de VBBM gevraagd naar hun ervaringen met weidevogels. Een aantal leden heeft gereageerd. Ik heb een aantal goede gesprekken kunnen voeren met de ‘ervaringsdeskundigen’. Daarnaast heb ik ook via de mail een aantal waardevolle reacties gehad.
Zoals uitgewerkt in het artikel van april 2020 zijn er een aantal redenen om aan te nemen dat de onderwerkplicht van mest een belangrijke rol heeft gespeeld bij de afname van de weidevogelstand in Nederland. De leden van de VBBM kunnen toestemming krijgen voor het bovengronds uitrijden van mest. Daarom zijn de ervaringen van de leden belangrijk voor het antwoord op de vraag of dit inderdaad zo is.
Ik ben onder de indruk van de moeite die de betrokken agrariërs, maar ook vrijwilligers, hebben genomen en nemen om de weidevogelstand te verbeteren. Maar eerlijk is eerlijk; gelet op de grote inspanningen die zijn gedaan, valt het resultaat in de meeste gevallen toch tegen.
In theorie is de situatie op VBBM boerderijen vaak vrijwel vergelijkbaar met de situatie zoals deze bestond op de boerderijen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit was echter een periode met stabiele en zelfs oplopende populaties grutto’s, tureluurs en kieviten. Wat is er dan veranderd, waardoor de aantallen weidevogels nu maar blijven dalen?
Wanneer je gaat kijken naar inzichten van deskundigen, inclusief vogelbescherming en de overheid, dan zie je dat een groot aantal factoren worden benoemd als de mogelijke oorzaak. Zo worden genoemd: ‘De giftigheid van ammoniak’, te weinig variatie van het boerenland (raaigraswoestijnen), te weinig aaneengesloten gebieden, te lage waterstanden, te weinig effectieve maatregelen, etc.
De VBBM boeren zagen eigenlijk maar één oorzaak: roofdieren, waarbij vooral de vos als boosdoener werd aangewezen. Reacties waren bijvoorbeeld: “Natuurbescherming beschermt de mooie roofdieren maar ‘vergeet’ dat de dieren ook moeten eten.” Of ook: “[Ondanks alle maatregelen] vind je bij ons de laatste jaren geen weidevogels meer. Dat heeft m.i. te maken met predatoren, o.a. de vos (dit jaar al 12 geschoten).”
Rovers
De predatie door roofdieren en vooral de vossen wordt door de boeren dus gezien als belangrijkste oorzaak voor de het dalende aantal weidevogels. En dit standpunt is in diverse onderzoeken ook bevestigd.
Toch zijn er een aantal vragen bij de rol van de vos als belangrijkste boosdoener voor het weidevogelprobleem.
1) Het bestrijden van vossen om te zorgen voor “een evenwicht in de natuur”, is eigenlijk nooit noodzakelijk. De natuurlijke vijand van de vos is de vos zelf. Vossen zijn territoriale dieren en ze dulden geen soortgenoten, maar ook geen andere rovers in hun leefgebied;
2) Uit een analyse uit 2018 blijkt dat het zomaar weghalen (doodschieten) van één predator, zoals de vos, niet per definitie leidt tot hogere overleving van weidevogels. Het kan zelfs averechts werken, omdat andere, lastiger te bestrijden, roofdieren (bijv. de Bunzing, de Steenmarter of Hermelijn) de rol van de vos probleemloos overnemen.
3) De opkomst van de vos viel niet samen met het verdwijnen van de weidevogels. De vos was ook actief in periodes toen het nog wel goed ging met de weidevogelstand. En dan is de vraag: Wat veranderde in de jaren negentig waardoor de vos nu wel een probleem is?
Prooien
Een direct effect van de onderwerkplicht is het verdwijnen van wormen in de bovengrond. Het dieet van vossen bestaat/ bestond voor een belangrijk deel uit wormen (tot wel 250 stuks per dag). Onderwerkplicht betekent dat deze voedselbron voor de vos onbereikbaar wordt volgens een onderzoek van de Universiteit van Groningen (2019).
Maar belangrijker is dat in de jaren negentig ook de belangrijkste voedselbron voor de vos verdween: het konijn. Oudere onderzoeken van de maaginhoud van de vos laten zien dat konijnen het belangrijkste vossenvoedsel zijn.
Ook in een studie in de Verenigde Staten wordt geconcludeerd: “Er zijn situaties waar vogels de belangrijkste voedingsbron voor de vos zijn. Deze voedselvoorkeur doet zich waarschijnlijk voor wanneer het vogelbestand groot is of het konijnenbestand en knaagdierenbestand klein is.”
Door de steeds weer opspelende virusziekten nam de populatie konijnen in Nederland, vooral in de jaren negentig, sterk af.
Je kunt dus de conclusie trekken dat vanaf de jaren negentig de vos steeds vaker het zonder zijn geliefde prooi moet stellen en dus min of meer noodgedwongen de weidevogels hiervoor ‘laat boeten’.
Het kan dan ook geen toeval zijn dat er maar één Europees land is waar de grutto het nog wel goed doet en dat is IJsland, waar sinds kort ook het konijn (virusvrij) aan een opmars is begonnen.
Roofdieren verdragen elkaar onderling niet. Als er een toppredator in een gebied aanwezig is (waarvan de populatie zichzelf maar ook de aantallen andere rovers binnen de perken houdt) én deze zich qua voedsel vooral richt op andere prooien dan weidevogels, dan is er voor de weidevogels een ideale situatie ontstaan. De situatie waarin een vos een konijnenpopulatie in toom houdt is zo’n ideale situatie, die in Nederland jarenlang aanwezig is geweest en heeft gezorgd voor unieke aantallen weidevogels.
Het verdwijnen van het konijn in de jaren negentig dwong de vos om over te schakelen naar andere voedselbronnen. En de vanaf toen verplichte onderwerkplicht zorgde er bovendien voor dat:
a) een belangrijke voedselbron (wormen) buiten bereik kwam te liggen en b) de weidevogelkuikens steeds roekelozer werden bij hun speurtochten naar voedsel (insecten).
Ganzen
Overigens is er één ontwikkeling die mogelijk hoop biedt voor de weidevogels; de spectaculaire opkomst van de grauwe gans als weidevogel. In een onderzoek door het Sovon (2013) is gekeken naar het effect van predatie door vossen op weidevogellegsels in een gebied met hoge ganzendichtheid. Uit dit onderzoek blijkt dat als er veel ganzennesten aanwezig zijn, er minder legsels van andere weidevogels worden verstoord. Gaat de grauwe gans de rol van het konijn overnemen?
(meer gedetailleerde informatie is in twee blogs onder de bovenstaande titel te vinden op www.polderklimaat.nl)