Gedachten over TAN door Roel van Buuren

Over tan: Tan is in de klw een berekend getal die lineair loopt met Re gehalte berekend rantsoen en vaste VcRe per voedermiddel. Meer RE is meer Tan is meer Nh3, zonder rekening te houden met Oeb/dve verhouding tov aanbod pensenergie. Tan loopt in de berekening lineair maar in werkelijkheid nooit. Lager Re geeft recirculatie van Ureum uit de nier en daarmee minder urine N. Meer Re en slechte oeb/dve zou de lijn exponentieel harder moeten stijgen. Over de Tan worden vaste emissiefactoren berekend om de werkelijke nh3 emissie te bepalen. Bij bovengronds uitrijden is het tan x 68% is de emissie. Of je goed uitrijdt onder de juiste omstandigheden met water verdund in regenachtig weer of allemaal niet het maakt niet uit. Maar goed dat is hoe het nu berekend wordt.

De Tan in de mestpot meten is eigenlijk de urine n meten plus ervanuit gaan dat 10% van de organische N ook tan wordt en te vervluchtigen is als nh3. Meer norg is minder nmin, is minder nh3 nmin=tan. Maar alleen de tan doet niks met factoren die ook een rol spelen of tan werkelijk emissie wordt. Zo is de ph sterk van invloed, maar ook de temperatuur en ook de EC van de mest. Extreem eiwitarme mest van hoogproductieve koeien heeft een lage nmin maar is toch anders in reactie dan extreem eiwitarme mest van laagproductieve koeien. Dit komt doordat de urine/feces verhouding anders is. Zouten zoals kalium laten de urineproductie toenemen waardoor meer urine (met hogere pH, bijv 8) geproduceerd wordt tov feces (met lagere pH, bijv. 6.8). Als je tan hebt heb je nog geen emissies. Urine n(tan dus) die apart zonder contact met feces in de put komt heeft een andere omzetting dan mengmest, grupstalurine en daarnaast de vaste fractie uit de grup was door elkaar veel minder emitterend dan urine en mest in een drijfmestput. Terwijl je gemiddeld dezelfde excretie krijgt en mestproductie en hetzelfde uitgangsproduct. Als je tan gaat meten in putten zit er veel verschil tussen lagen in putten en tussen putten. Wel of niet belucht etc. De tan in een mestpot kan laag zijn door gericht voeren, lage productie, goede opslag. Het kan ook laag zijn omdat de tan al weg gewaaid is. Met continumeting in de put en goede menging zou je dit kunnen verbeteren alhoewel je dan weer met spoelwaterverdunning zit en of lekke putten. Wat mij betreft is het niet de manier omdat je in de problemen met meting en betrouwbaarheid blijft hangen. Je moet naar verlaging input en daar een norm aan hangen. Verlaging input is minder tan is meer norg is minder nh3. Leg dus normen bij de bek van de koe vast over Re voeding, grasgevoerd zonder n uit kunstmest, laag zouten in rantsoen Uitgereden bovengronds onder de goede omstandigheden naast maximaal weiden.