De VBBM heeft samen met de Noardlike Fryske Walden een plaats in de gebruiksgroep van de kringloopwijzer. In november is er een bijeenkomst geweest. De VBBM heeft een aantal punten ingebracht.
Voor de liefhebber hieronder de vragen van de VBBM en de reacties van het ontwikkelteam.
- In de meststromen “Check meststromen” staat een begin- en eindvoorraad van bijvoorbeeld drijfmest. De gehalten van die hoeveelheden zijn door de boer ingevuld.
Vervolgens is er berekend hoeveel mest er gedurende het jaar is geproduceerd. Bij die berekening staan de tonnen mest en de hoeveelheid stikstof en fosfaat. Hoe wordt het stikstof- en fosfaatgehalte van de mest berekend? In het voorbeeld bevat een kuub drijfmest mest bijvoorbeeld 3,33 kg stikstof.
Reactie:
De berekening van de hoeveelheid stikstof en fosfaat is lijdend en bepalend. Die is belangrijk om de balansen, aan- en afvoer sluitend te krijgen. Vervolgens wordt een mestvolume ingeschat. In vroegere versies van de KLW deden wat dat op basis van RVO-tabellen waarbij de 7 maandelijkse mestproductie werd weergegeven. Maar dit bleek wel heel erg grof. Vervolgens zijn we gaan rekenen met rantsoenen en spoelwater, zoals handboek voor de melkveehouderij en KWIN beschrijft. Ook het strooisel (zaagsel) speelt een rol en komt bij de drijfmest terecht (stro en voerresten dan weer bij de vaste mest). Op die manier wordt een volume bepaald. (dus afhankelijk van melkproductie, rantsoen en water in de put). Het gehalte is dan weer een deling van de hoeveelheid geproduceerde stikstof of fosfaat met het volume. Belangrijk om te beseffen is, is dat het volume (en dus gehalte) een inschatting is, maar dat de hoeveelheden N en P de wetenschappelijk onderbouwde berekeningen zijn. Die zijn bepalend.
In dezelfde figuur staat ook hoeveel weidemest er is geproduceerd. Ook daarvan zijn de gehalten berekend. Zelfde vraag: hoe worden die berekend?
Reactie:
Vergelijkbaar met bovenstaand. De hoeveelheid van N en P in de weide is afhankelijk van het verblijf van het aantal uren in de weide. Het mestvolume is afhankelijk van melkproductie en rantsoen (in de weide in ieder geval weidegras), zoals ook hierboven beschreven is. Dus ook hier weer. N en P hoeveelheden worden los van volume berekend. Die zijn bepalend en kloppen in de balans. Gehaltes zijn een inschatting op basis van ingeschatte volumes.
Overigens, onder de ‘help-knop’ zit een item ‘analyse meststromen’, en dat levert een scherm op als onderstaand: dan is de rekengang van hoeveelheden, volume en gehalte een beetje te volgen. Is ook te zien dat eigen toegediende mest de sluitpost is. Zodat de balans altijd klopt. Er is vaak een groot verschil in gehaltes te zien. Dat is deels terug te voeren naar (forfaitaire) invoer van gehalten, die soms overschat zijn. Als dan ook nog eens mest is afgevoerd met een heel hoog gehalte (zoals onderstaand), dan kan het gehalte van de mest die dan op het bedrijf blijft, vooral lager zijn dan de voorraden.
- Hiermee samenhangend:
Vanuit de VBBM wordt aangegeven dat bedrijven die veel weiden met een voorjaarsafkalvende veestapel, minder goed passen in de berekeningswijze van de kringloopwijzer. Voor weidegras wordt een VEM van 960 (productiegrasland) aangehouden. Vervolgens wordt de VEM/N en de VEM/P verhouding uit het gewonnen kuilgras afgeleid. Maar juist de bedrijven met een voorjaarskalvende veestapel sturen op een kuilkwaliteit die past bij oudmelkte en droge koeien. Is dan het kuilgras representatief voor de graskwaliteit van het verse gras? Waarschijnlijk niet.
Reactie:
Dit zou kunnen, maar dat weten we niet zeker, voordat het goed onderzocht is (en dat is dan waarschijnlijk niet alleen voor voorjaarskalvende veestapels het geval, maar mogelijk ook voor bedrijven die de eerste snede volledig maaien). En het is voor het ontwikkelteam zeker nog een wens om de gehalten van weidegras (VEM, RE, P) nog beter te kunnen inschatten. Controleerbaar, of (nog mooier), zonder extra input. Suggesties hiervoor zijn absoluut welkom. Overigens zou voor de situatie die je duidt eens een gevoeligheid
uitgerekend kunnen worden. Wat is het effect als het RE, P en VEM gehalte anders is, dan nu ingeschat? En heeft de VBBM bijvoorbeeld grasanalyses, die zouden mogelijk bij een controleberekening gebruikt kunnen worden.
Naast dit type bedrijven, zou het ook zinvol kunnen zijn om naast de invoer van weide-uren en dagen ook het beweidingsyssteem in te kunnen vullen. Het maakt voor je grassamenstelling en daarmee voor je VEM/N een VEM/P verhouding, nogal uit of je aan kortweiden (kurzrazen) doet of dat je bijvoorbeeld voortdurend in lang gras weidt. Dit zal vervolgens ook invloed hebben op de excretie.
Reactie:
Ja, absoluut interessant. In 2020 hebben onze weide-experts een rapport opgeleverd waarbij nader is gekeken naar de opname weidegras irt de KringloopWijzer (https://edepot.wur.nl/524135). Ook een vergelijking met internationaal onderzoek. Hierin wel aanknopingspunten voor verbetering, maar ook een spagaat met goed borgbare invoer. Ook geven de experts aan dat periode van weidegang in het jaar een effect kan hebben. En mogelijk een koppeling met grasmeetnet. Momenteel worden wel een aantal verkenningen uitgevoerd mbt robot en weidegang en maximale huiskavel. Maar er loopt geen (groot) project om nieuwe formules te ontwikkelen met (onbesproken) borgbare invoerparameters voor KringloopWijzer.
(Een inhoudelijk aandachtspunt: Beweidingssytemen worden niet altijd op dezelfde wijze uitgevoerd. Mogelijk is het stadium van het gras waarin de koeien ingeschaard wordt dan inhoudelijk beter, maar borgen is dan ook best lastig.)
Zou het niet beter zijn om de mogelijkheid in te bouwen om verschillende beweidingssystemen in te bouwen? Dat betekent natuurlijk wel dat er ook goede betrouwbare grasanalyses voor de verschillende weidesystemen moeten komen (onderzoek?).
Reactie:
Dat laatste is met name lastig. Hoe ga je aantonen welk beweidingssysteem je echt hebt uitgevoerd en wat de bijbehorende VEM, N en P-gehaltes zijn? Een impactanalyse zou waarschijnlijk een eerste stap kunnen zijn. Wij houden ons zeker aanbevolen voor goede suggesties.
En: kan kruidenrijk grasland worden meegenomen in de kringloopwijzer?
Reactie:
Ik zou zeggen van wel, als je het onder de noemen van ‘natuurgras’ ingeeft. Maar de KringloopWijzer zelf maakt geen onderscheid in de soort grasland. Tenzij de gebruiker dat doet. Het onderscheid voor de KLW is alleen nodig om afzonderlijke opbrengsten en balansen voor de verschillende soorten weer te geven.
(Inhoudelijk: Er zijn twijfels over de juiste VEM waarde van kruidenrijk gras. Eurofins kijkt hier nu naar. Als die goed zijn (en ook de partijmeting) gaat de berekening in de KLW ook goed. Maar dit valt eigenlijk buiten de scope van de KLW.)
- Hiermee mogelijk ook samenhangend:
Moet je in de berekening voor bedrijven die veel weiden niet een knip maken in de TANproductie in de weideperiode en de stalperiode? Als je in de zomerperiode in ureumgehalte hebt van 25 gemiddeld en in de winterperiode van 15, zal het vee in de zomer hoogstwaarschijnlijk meer ammoniakale stikstof uitscheiden dan in de wintersperiode. Wat er niet in zit, kan ook niet als ammoniak vrijkomen bij het uitrijden… In de bijlage een tabel met mestonderzoeksgegevens van de VBBM-bedrijven (ter illustratie).
Reactie:
In principe is dat mogelijk om zo weer te geven. En de rekenwijze houdt ook rekening met de Tan die in de put valt en de tan die in de wei valt. Ook in de weideperiode. De tan in de put kan alleen worden uitgereden.
In het verlengde hiervan: hoe wordt het melkureumgehalte in de berekening van de KLW meegenomen? Of wordt daar niks mee gedaan?
Reactie:
Daar wordt niks mee gedaan in de berekening. Allen maar om de forfaitaire excretie als referentie uit te rekenen en te vergelijken met de bedrijfsspecifieke excretie.
- Wens: zou het stikstofbodemoverschot verder kunnen worden uitgesplitst in vastlegging in de bodem, uitspoeling als nitraat enzovoorts (onderzoeksvraag?). Het maakt voor het beeld nogal uit of de N wordt vastgelegd in de bodem of uitspoelt als nitraat….
Reactie:
Klopt, het maakt wel uit. Maar het is heel lastig om dat goed uit te splitsen. Dat doen we dan eigenlijk ook niet. Zie ook de figuur met het N-overschot. Daarin staat dat het N-overschot naar nitraatuitspoeling gaat, mutatie bodemvoorraad en naar overige N-verliezen. Specifieke durven we eigenlijk niet te definiëren. Daarvoor is te weinig informatie beschikbaar van het bedrijf.
- Hoe is de veenoxidatie verwerkt in de berekening van de broeikasgasemissies van bedrijven op veengrond. Ik zie in het rekenregeldocument wel een stukje over lachgas, maar niet over CO2. Als het niet is verwerkt in de rekenregels, wat is daarvan de reden. Is het wel de bedoeling dat het binnenkort wordt meegenomen?
Reactie:
Mooi opgemerkt. Dat zit er ook niet in. Die veenoxidatie. Dat moet er eigenlijk wel in om conform de rekenregels van de PEFCR te werken. Het ligt in de planning om die in 2022 aan te pakken
- Wordt er ook gewerkt aan een bedrijfspecifieke mineralisatie voor bedrijven op veengrond? Als dat zo is, per wanneer wordt dit geïmplementeerd?
Reactie:
Daar wordt nog niet aan gewerkt. Er zijn wel veel vragen over, omdat er best veel variatie is. En er zijn zelfs aanknopingspunten hiervoor. Maar we komen (waarschijnlijk) tijd (en budget) te kort om dit volgend jaar ook aan te pakken.
- Kan de broeikasgasemissie in CO2-eq ook per ha worden aangegeven in de resultatenuidraai? Nu wordt die per bedrijf en per kg melk aangegeven.
Reactie:
Technisch wel, maar deze vraag is al eerder langsgekomen. Dit hebben we toen met onze stuurgroep teruggekoppeld. Duurzame zuivelketen heeft toen aangegeven dat ze dit om verschillende redenen niet willen. Dit is toen, als het goed is, ook door hen teruggekoppeld met Kees Water.
Op dit moment worden wel de broeikasemissies van bedrijven berekend, maar niet de vastlegging (bijvoorbeeld in de bodem). Wordt er gezocht naar mogelijkheden om dit wel mee te nemen op termijn?
Reactie:
Jazeker. Hoe lastig ook. Zie ook de presentatie van Rene Schils, voor de bijeenkomst van 25-11.
- De uitvoer van de kringloopwijzer is heel uitgebreid en bevat heel veel informatie in de vorm van cijfers en getallen. Het zou voor de gebruikers (boeren) meerwaarde hebben als je de uitkomsten van de kringloopwijzer meer visueel presenteert. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld wel in het dashboard milieu en klimaat. Zou je ook niet zoiets kunnen maken om de kringloop mee weer te geven? Dat maakt de uitvoer veel beter leesbaar. Verzoek: de resultaten meer visueel te presenteren.
Reactie:
Wij staan absoluut open voor een betere presentatie van de resultaten. Maar we komen er wel achter dat er heel veel smaken en voorkeuren zijn. Elke vorm, getal en tabel leidt weer tot een reactie. Geen probleem, maar dan is het niet eenvoudig om een gedragen goede weergave van de resultaten te hebben. Hierbij helpen goede suggesties ook echt.