“Voor ons is dit de beste manier”
NIEKERK – Jaren geleden werd drijfmest altijd bovengronds uitgereden, maar eind jaren ’80 besloot de overheid dat de ammoniakuitstoot uit de veehouderij fors moest worden teruggedrongen. In 1994 werd daarom het bovengronds bemesten verboden. Voor vele boeren was dat destijds een behoorlijke aderlating, aangezien het voor hen de beste manier van bemesten was. Een groep boeren ging tegen het besluit in verzet middels de Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM). In de jaren die volgden heeft deze groep alles in het werk gesteld om het bovengronds uitrijden weer mogelijk te maken en met succes. Voor een bepaalde groep is het bovengronds bemesten inmiddels legaal.
Deze manier van bemesten is lang niet voor alle boeren weggelegd. Nog geen vierhonderd boeren in Nederland hebben deze ontheffing. Zo zijn er zo’n vijf boeren in de gemeente Westerkwartier die bovengronds mogen bemesten, waaronder Gert Datema uit Niekerk. “Wij mogen inmiddels zo’n drie jaar weer bovengronds uitrijden”, vertelt Gert. “Dat is niet voor niets. Wij gaan in ons werk uit van een biologische benadering en daar hoort deze manier van bemesten ook bij. Bovengronds uitrijden voorkomt namelijk structuurschade en het is tevens gunstig voor de biodiversiteit, omdat het minder schade aanbrengt aan vogelnesten”. De manier van bemesten die momenteel door vele boeren wordt toegepast, is volgens Gert niet goed voor het bodemleven. Deze manier houdt in dat drijfmest in de bodem wordt toegebracht. Hierdoor wordt de bodem echter verrot. “En dat terwijl je uit de bodem juist het meeste kunt halen. Het proces van de boer begint namelijk bij de bodem”.
Lang niet iedereen kán ook meedoen aan het bovengronds bemesten. De boeren die dit mogen, moeten namelijk aan zeer strenge eisen voldoen. Zo mag de melkproductie bijvoorbeeld niet hoger zijn dan 14.000 kilo melk per hectare, moet minimaal 85 procent van de bedrijfsoppervlakte uit grasland bestaan, mag er maximaal honderd kilogram per hectare met stikstof met kunstmest gegeven worden en moet het ureumgetal van de geproduceerde melk tussen 1 januari en 1 mei en tussen 1 november en 1 januari lager zijn dan 21. Tot slot mag het stikstofoverschot op bedrijfsniveau maximaal honderd kilogram per hectare zijn. “Wij hebben onze bedrijfsvoering zo’n vier jaar geleden dusdanig aangepast dat we aan deze wijze van bemesten deel kunnen nemen. Om het gras te laten groeien, zijn wij afhankelijk van de mest. Wij voeren eiwitarm en er komt geen stikstof binnen. Voor ons is dit de enige bemestingsmogelijkheid”.
Dat slechts zo’n driehonderd boeren in Nederland op deze manier mogen bemesten, is niet bij veel mensen bekend. Dat merkt ook Gert tijdens zijn werkzaamheden. “Als ze mij zien rijden, denken ze vaak dat ik in overtreding ben. Zo stond vorige week zelfs nog de politie bij mij op de stoep. Echter heb ik de juiste papieren, maar doordat men zo onwetend is, krijg ik wel eens scheve gezichten”. Of het bovengronds uitrijden ook in de toekomst mogelijk blijft, durft Gert niet te zeggen. “Dat is vooral een politieke kwestie. Er komen steeds meer regels en daar kunnen steeds minder boeren aan voldoen. Zo komen boeren die niet-eiwitefficiënt werken er niet voor in aanmerking”.
Het bovengronds uitrijden is niet vrijblijvend. Alle deelnemende boeren moeten namelijk kunnen aantonen dat dit de beste manier van bemesten is. “Wij moeten tot duidelijk betere resultaten komen om deze manier van uitrijden ook in de toekomst te mogen blijven uitvoeren”, aldus Gert.