Femke Wiersma, onze beleidsmedewerker, zette recent in een discussie op het discussieplatform ‘Foodlog’ uiteen wat volgens ons échte kringlooplandbouw is.
De discussie vindt u hier terug: link
Haar bijdrage, waar wij als vereniging volledig achter staan, luidde zo:
Beste mensen, ik wil me graag even mengen in de discussie. Ik ben sinds enige jaren betrokken bij de Vereniging tot Behoud van Boer&Milieu; (VBBM) die kringlooplandbouw eigenlijk al verschillende decennia op de kaart proberen te zetten, nou blijkbaar lukt dat steeds succesvoller. De vereniging bestaat inmiddels al bijna 30 jaar en heeft veel kennis opgedaan over kringlopen op, met name, melkveehouderijbedrijven.
De aanleiding in de jaren 80 was een aantal boeren die in toenemende mate gezondheidsklachten bij de koeien constateerden. Na een hele zoektocht kwam men tot de conclusie dat het verdwijnen van een belangrijk deel van het koolstofcomponent in de mest (van de grupstal met stro, naar het systeem van loopstallen met drijfmest) en de anaerobe processen in de mestkelders hier de oorzaak van moest zijn. De anaerobe omzetting van eiwitten wordt ook wel ‘rotting’ genoemd. Het heeft onder andere ten gevolge dat er ammoniak wordt geproduceerd (waar vervolgens beleid op gemaakt wordt) maar er ontstaat bijvoorbeeld ook het zeer giftige blauwzuurgas (u weet wel, de ‘B’ van Zyklon B) omdat er zowel ammoniak als methaan in de mest zit.
Sindsdien heeft VBBM steeds meer kennis ontwikkeld over de totale bedrijfskringloop en is tot de conclusie gekomen dat om het écht goed te doen we meer naar de biologie moeten kijken. Die moet leidend zijn. In Nederland is de ingezette lijn met name technisch en chemisch, dit wordt in stand gehouden door zowel overheid als wetenschap. De wetenschap wijst hierbij naar de overheid, die de onderzoeksvragen formuleert, ja wat ze niet gevraagd wordt, onderzoeken ze niet.
Een echte kringloopboer ziet de gehele bedrijfskringloop als een ‘on going’ proces waarbij je met iedere interventie in die kringloop ook effecten op het volgende systeem in die kringloop bewerkstelligt. De bodem staat hierin centraal. Ook onder boeren leeft soms het idee dat je bemest om het gewas te voeden, maar feitelijk voedt je het bodemleven. Slechts enkele nutriënten zijn direct opneembaar door het gewas, de meeste nutriënten wordt door het talrijke bodemleven in een symbiose omgezet waarbij er uitwisseling plaatsvindt tussen schimmels en bacteriën naar het gewas. Eigenlijk is de bodem het microbioom van een agrarisch bedrijf.
Ik las elders op foodlog de stelling dat men een slecht(er) functionerend microbioom bij mensen aan depressies weet te linken: Nou stel je eens voor dat het microbioom van een agrarisch bedrijf, de bodem dus, constant gevoed wordt met mest wat een rottingsproces heeft ondergaan. Is dat het beste voedsel voor het bodemleven en de miljarden micro-organismen van dat microbioom? VBBM denkt van niet. Stop het ook nog eens onder de grond, met de ontstane ammoniak en het blauwzuurgas op de koop toe. Je kunt je voorstellen dat er ook onder de grond een bepaalde monocultuur ontstaan aan bacteriën en schimmels die hun functie onder deze omstandigheden nog uit kunnen voeren. Dit zorgt ervoor dat er een andere (of minder volledige) samenstelling aan bijvoorbeeld aminozuren beschikbaar is voor het gewas. Dus minder gezonde en complete gewassen. En de negatieve spiraal in de kringloop is een feit. VBBM boeren geven hun koeien een rantsoen (eiwitarm, structuurrijk) waardoor er bijvoorbeeld al gemiddeld 1/3e minder ammoniakaal stikstof in de mest zit dan op gangbare bedrijven. Ook ligt de focus op ervoor te zorgen dat mest fermenteert in plaats van ‘rot’ zodat het het kan dienen als het allerbeste en meest geschikte voedsel voor het microbioom, het bodemleven dus.
We moeten volgens VBBM toe naar bronmaatregelen, geen end of pipe maatregelen. Daar pleit VBBM voor, hier komt binnenkort ook een open uiting over waarin bovenstaande uitgebreider wordt toegelicht. Goed kijken naar de biologie en daar optimaal gebruik van maken. Dat is wellicht minder controleerbaar dan bepaalde technische oplossingen, maar ik hoop van harte dat de boeren die hier actief mee bezig zijn, zoals bij VBBM, de ruimte krijgen dit te blijven doen. Bovengronds bemesten is hier een onderdeel van, zo functioneert dat biologisch gezien ook. Dan kan het op de grond eerst netjes worden verspreid door allerlei insecten die de mest aantrekt, die op hun beurt weer dienen als voer voor weidevogels. VBBM legt de link van terugloop van insecten en weidevogels met mestinjectie. Door de biologie zelf te volgen draag je de beste zorg voor alle schakels in de keten op een bedrijfskringloop.
Heel logisch eigenlijk, want de natuur werkt zelf natuurlijk perfect. Wij mensen denken het alleen beter te weten (en op sommige punten kunnen we aanvullen, maar op bepaalde punten maken we meer stuk dan dat we beter maken).