image
headerfoto-devbbm-2

Nieuwsbrief Oktober 2021

Beste leden
Bij deze weer een nieuwsbrief over het reilen en zeilen binnen de VBBM, er gebeuren mooie dingen, steeds vaker worden we als VBBM gevraagd om advies over, met name, ”onze” manier van boeren. Onderstaand een mooi voorbeeld hiervan,

Gesprek met Provincie Gelderland

2 VBBM leden uitgenodigd te spreken met 2 ambtenaren van de provincie Gelderland.
"In de Kadernota Agrifood 2021-2030 'Toekomst voor de Gelderse boer' wordt beschreven hoe de provincie Gelderland werkt aan de toekomst van de land- en tuinbouw in Gelderland. Hierbij is door Provinciale Staten een motie aangenomen dat tot doel heeft om het organische stofgehalte in de bodem/de bodemkwaliteit te verbeteren. Zelf ben ik (Ineke Nusselder) werkzaam bij de provincie Gelderland, voor het programma Bodem en ondergrond. Ter informatie heb ik de motie bijgevoegd. Om vorm te geven aan de motie zouden we ook graag ideeën van anderen hierover horen. Zou iemand van uw organisatie vanuit de praktijk daarover een keer samen met mij en een collega van het programma Agrifood (Mireille Wosten) van gedachten willen wisselen?"
Herbert Groeneveld en Egbert Harmsen hebben gereageerd op deze oproep en hebben met beide dames een gesprek gehad.
Snel viel de term “natuur-inclusieve landbouw” en zo wilde Herbert graag weten wat voor de dames “natuur-inclusieve landbouw” is. Een goede vraag, want het bleek dat daar eigenlijk gangbare landbouw met akkerranden mee bedoeld werd. Herbert en Egbert konden aangeven dat er ook andere werkwijzen bestaan en daar waren de dames duidelijk van onder de indruk. Egbert heeft aangegeven tegen regelgeving aan te lopen nu hij steeds “natuur-inclusiever” boert vanuit de behoeften van de bodem. Het zou mooi zijn als vanuit de overheid onderscheid gemaakt zou worden met vergunningverlening tussen groot-gangbaar-en-akkerranden en boeren vanuit VBBM uitgangspunten.

Concreet leverde het gesprek de volgende 2 resultaten op:
  1. Herbert en Egbert worden betrokken bij wijziging pachtvoorwaarden van gronden van de provincie.
  2. Ineke Nusselder gaf aan zich op provinciaal niveau in te willen zetten voor een betere regelgeving, zodat meer kan worden geboerd vanuit de behoeften van de bodem en niet vanuit de kalender.
Aan het eind van het gesprek gaven beide dames aan veel geleerd te hebben en de inbreng van Herbert en Egbert zeer te waarderen.

Hartelijke groet vanuit het bestuur, en we hopen u binnenkort te zien bij 1 van de bijeenkomsten.

Agenda

Dinsdag 26 oktober
Regiobijeenkomst Aldeboarn, bij fam Dijkstra Fjurlansweg 2, 8495 NP Aldeboarn, aanvang 13.30 uur, met medewerking van Anton Nigten
Opgave: contact@devbbm.nl

Donderdag 4 november
Regiobijeenkomst Oudewater, bij fam Graveland, Hoge brug 29, 3421 TE Oudewater,
aanvang 13.30 uur, met medewerking van Anton Nigten
Opgave: contact@devbbm.nl

Dinsdag 30 november
Algemene Leden Vergadering, de Hoeksteen, De Poort 19, 8255 AA Swifterbant,
aanvang 20.00 uur.

Nominatie 2 VBBM leden voor graslandboer van het jaar

2 leden van onze vereniging zijn genomineerd voor graslandboer van het jaar, plak de link in je browser om hun bedrijfsfilmpje te bekijken

Jelle Hakvoort: https://veeteelt.nl/video/stalvoeren-met-draadje-en-een-waterbak

Anne Koekkoek: https://veeteelt.nl/video/beste-graslandboer-2021-genomineerde-anne-koekkoek

Bedrijfsreportage

De polder, koeien en weidevogels
Bedrijfsbezoek aan de familie Hos, De Woude.
De ochtend van 6 oktober begon met regen, maar toen ik op de pont stond naar de Westwouderpolder, scheen de zon.
De polder van 240 ha ligt tegen het Alkmaarse meer aan en wordt gekenmerkt door een open veenweide landschap. Een typisch Noord-Hollandse polder met onregelmatige blokverkaveling en kleine percelen (ca 100) die tijdens de ruilverkaveling in stand zijn gebleven. Het merendeel (190 ha) bestaat uit graslanden die binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) door de provincie zijn aangewezen als “weidevogelgrasland”. Het eiland wordt daarnaast omringd door de dijk met rietvelden die variërend in breedte tussen de 5 en 25 meter zijn. Daarnaast zijn er enkele moerasbosjes en een goed ontwikkeld veenmosrietland aan de oostzijde van het eiland. Het overige deel bestaat uit bebouwing van het dorp De Woude.

Het beheer van de graslanden is bijna volledig in handen van maatschap Hos. Dick en Simone zijn de huidige generatie die het familiebedrijf runnen. Daarnaast werkt vader Kees nog dagelijks op de boerderij en is een belangrijke kracht in dit bedrijf. Het bedrijf wordt versterkt met enkele vaste (zaterdag)hulpen om de piekdrukte op te vangen. Het biologisch melkveebedrijf met circa 150 melkkoeien is helemaal toegespitst op “boeren met weidevogels”. Dick heeft dit van vader Kees van jongs af aangeleerd. Het stalsysteem is een ligboxenstal waar de dunne fractie wordt gescheiden van de dikke fractie. Als strooisel in de boxen wordt lang stro gebruikt, de mix van mest en stro wordt met een schuif en een mestladder naar een overdekte mestplaat vervoerd. Een ligboxenstal die functioneert als grupstal en zo vaste mest/ruige mest maakt. De dunne fractie wordt met name gebruikt op de wat intensievere percelen en de dikke fractie (de vaste mest/ ruige mest) wordt gebruikt als voeding voor bodem en weidevogels. Er wordt naast stro ook veel organisch materiaal uit het gebied gebruikt als strooisel. Een natuurlijke combinatie die al generaties lang werkt. Anno 2020 is de veebezetting per hectare lager dan in 1960 toen nog circa 10 familiebedrijven in de polder waren gevestigd, een extensieve bezetting van vee dus waardoor er ruimte blijft voor weidevogels.
Deze beschrijving las ik (bijna letterlijk overgenomen) in het rapport Broedvogel Monitoring gemaakt door Haije Valkema advies, de man die de monitoring voor zijn rekening neemt hoeveel weidevogelparen er broeden in de polder. Maar het gaat om de grootgebrachte pullen (kuikens), zegt Dick tegen mij, en dat gaat goed.
We maken een rondje over het bedrijf, het MRIJ-stiertje in de stal, de schuif die mest en stro wegschuift. Het gras voor het voerhek. 5 Oktober zijn de koeien voor het eerst ’s nachts op stal gebleven. Er liggen 3 soorten gras: vers herfstgras, eerste snede en groffer hooi bovenop voor de prik. Mijn ruwvoer is natuurlijk van matige kwaliteit, zegt Dick. Er is een baal tussen geslopen die echt stinkt, die gaat naar de stapel strooisel. De koeien lopen halverwege in de polder. Niet te zien door een rietkraag. Vader kees loopt met ons mee en vertelt wat hij daags zo doet. Voor mij als (ex) zandboer hoor ik eigenlijk alleen: greppels open en dicht maken, doorgangen vrijmaken, water erin of water eruit. Open en dicht, water erin en water eruit, doorgangen vrijmaken en dit nog 10 keer achterelkaar. Altijd in de polder zijn en altijd op het land kijken wat daar is en wat er moet gebeuren. Greppelfrezen, baggerspuiten, werken met poerstok en wal-mes. Vader Kees draagt altijd een waterdichte spuitoverall, passend bij het landschap. Ik voel de verbinding, het continue meebewegen met de polder.
De Westwouderpolder is een bekende plaats voor vogelaars. Dick laat mij een geluidsopname horen van de vogels in het voorjaar, met zoveel diversiteit, gepiep, geroep, lang en kort, dichtbij, veraf, een nieuwe wereld komt door mijn oor naar binnen. Alles wordt eraan gedaan om zoveel mogelijk pullen te laten uitvliegen. De (ruige) mest, het water, greppels, plas-dras, maaien, weiden, hoge en lage begroeiing.
Dit landschap is de bakermat van onze nationale vogel de grutto. De koeien staan in het voorjaar in dienst van de weidevogels. En ze moeten ook nog de ganzen voor laten gaan. Waar komt deze manier van boeren vandaan?
Deze regio is een typisch veenweidegebied. In de middeleeuwen begon men aan de ontginning van woeste gronden. De polders ontstonden al in de 10de eeuw. De circa 150 bewoners van de Westwouderpolder kwamen in de 17e eeuw op een eiland te wonen door het graven van de Markervaart. Door veenontginning en vervolgens inklinking kreeg het vele water kans stukken grond te laten verdwijnen.
Behoudt van het land is de opdracht. En dat is wat de familie Hos aan het doen is. Instandhouding van het veen. Het waterpeil is onwaarschijnlijk hoog in mijn ogen, max 10 cm onder maaiveld. Tegelijk dus de bron van droge voeten. Een dichte grasmat is belangrijk: draagkracht.
Naast de koeien zijn er 100 schapen, ook niet voor niets. De ganzen vreten het gras weg en zo krijgen onkruiden meer kans maar de schapen vreten het onkruid, zodat gras en onkruid weer op gelijke voet komen te staan.
Het verse gras is onderzocht en bevat geen insekticiden, wel (een paar) fungiciden. Minder belasting dus. Enzo: gezondere insekten= meer insekten= meer vogels= meer pullen, dat blijkt ook uit de monitoring die Dick laat maken door Haije Valkema.
Het enige dat Dick graag zou willen zien is dat het ruwvoer verbeterde. Dat is het thema van dit moment. Dick maakt verschil tussen kwaliteit op papier en wat het voer doet in de koe. Af en aan wordt steenmeel gebruikt maar er is niet iets van: dat is het! Omdat pitrus een beetje de kop op steekt denkt Dick te gaan starten met gebruik van grof zeezout. Verder is er dan de vaste mest en de dunne fractie. Stro wordt als strooisel gebruikt, maar ook maaisel. Vaste mest uit maaisel is rijker dan vaste mest uit stro.
Dan blijft de biologie over als middel tot verbetering. Hoe kun je de biologie aansturen zodat bodem en gewas meer kwaliteit gaan leveren?

De VBBM

Algemeen contact persoon is Walda Schenk, u kunt bellen of mailen naar 06-1043 1150 of contact@devbbm.nl. Wilt u contact met het bestuur van de VBBM, bel met uw regionale bestuurslid.